Welsh Corgi Cardigan
Oorspronkelijk doel
Het drijven van koeien (Welsh Black Cattle) in het heuvelachtige Cardiganshire in Wales. Het bewaken van de boerderij en het verdelgen van ongedierte.
Beknopte geschiedenis
Men vermoedt dat reeds in de jaren 900 een corgiachtige veedrijver werkte op boerderijen In Zuidwest Wales. De Cardigan wordt beschouwd als de oudste van de twee Corgi rassen. In de Cardigan zit volgens kenners invloed van dashonden die door de Kelten zijn meegenomen bij hun tochten naar de Britse eilanden en die in Wales zijn gekruist met lokale honden. Hier is een veedrijver uit ontstaan met staande oren die functioneel laag is gefokt om koeien te kunnen drijven door ze in de hakken te bijten (heelen). Vroeger werden de beide Corgi rassen vooral in het grensgebied van de beide regio’s door elkaar gefokt. Vanaf 1934 zijn de rassen door de kennelclub erkend als twee afzonderlijke rassen.
Vroeger | Nu |
---|---|
Bob Llwyd Geb 1926 Founder reu van het ras | Brindle reu |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI -38) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Stevig gebouwd, krachtig, beweeglijk, met een groot uithoudingsvermogen. Lang in verhouding tot de hoogte, het lichaam eindigend in een vossenstaart, die in het verlengde van het lichaam is aangezet. | Veedrijver die laag gesteld is om goed te kunnen “heelen”. De trap van een koe gaat over hem in de lucht. |
Huidig uiterlijk
De Welsh Corgi Cardigan (Cardi) is een kortbenige, stoere en bewegelijke herdershond. Het silhouet is lang in verhouding tot de hoogte en eindigt in een vossenstaart. Het is een alerte, intelligente en actieve hond. Het hoofd is vosachtig in vorm en verschijning met een brede schedel, vlak tussen de oren, toelopend naar de ogen en daarboven een weinig gewelfd. De snuit is wat korter dan de schedel en loopt een weinig toe naar de neus. Heldere donkere ogen met een vriendelijke, levendige, maar waakzame expressie. Eén of twee lichtblauwe ogen of blauwgevlekte ogen zijn toegestaan bij blue merles. De oren zijn vrij groot, staand gedragen en vrij wijd geplaatst. Het lichaam is behoorlijk lang en sterk met een diepe borst en een rechte rug. De benen zijn stevig met ronde geslote voeten, De voorvoeten zijn licht uitgedraaid. De staart ziet eruit als een vossenstaart, raakt in rust bijna of net de grond en mag bij het gaan iets boven de ruglijn worden geheven, doch niet over de rug worden gekruld. Het gangwerk is vrij en vlot en geschikt voor het werk bij de kudde. De beharing is kort of middellang, van een harde structuur, met een goede ondervacht. Bij voorkeur rechte haren. De kleuren zijn blue merle, brindle (gestroomd), rood, sable (rood met zwarte haarpunten) en zwart met brindle of rode aftekeningen. Alle kleuren met witte aftekeningen op hoofd, nek, borst, onder de buik, benen, voeten en staartpunt. Het wit mag niet overheersen op het lichaam en/of het hoofd. De neus en de oogranden moeten altijd zwart zijn. De Cardi is wat forser en zwaarder dan de Pembroke en heeft een schofhoogte van ca. 30 cm. Het gewicht is in verhouding tot de maat, met als vereiste een algemene harmonie.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Levendig, actief en intelligent, evenwichtig, niet schuw of agressief. | Heeft nog steeds de aanleg om zijn “kudde”bij elkaar te houden. Je merkt dit tijdens gezinswandelingen. Pups hebben nog steeds de neiging tot “hakkenbijten”. |
Huidig gedrag
Als huishond kenmerken ze zich door trouw en waakzaamheid. Ze zijn leergierig, attent, bereid voor de baas te werken en doen dit met veel plezier. Het is een uitgesproken kindervriend. Ze zijn wat minder serieus en wat laconieker dan de Pembroke. Het verdient aanbeveling met een Corgi te gaan werken, bijvoorbeeld een cursus gedrag en gehoorzaamheid, eventueel behendigheid of fly-ball; ze hebben een hekel aan een saai bestaan. Ze willen overal bij zijn en hebben de aanleg zich ook overal mee te bemoeien. Beide Corgi rassen werden oorspronkelijk gebruikt om kuddes met koeien te drijven Het zijn echte heelers, wat wil zeggen dat zij d.m.v. het bijten in de hakken van een koe of het springen naar de kop van de koe (headen) de kudde opdrijven. Al worden veel Corgi’s niet meer voor dit doel gebruikt of gehouden, veel honden beschikken nog wel over deze rastypische eigenschappen. Dit is nog duidelijk te merken wanneer de Corgi ineens naar de benen begint te happen. In het begin kan dit nog wel als ‘grappig’ beschouwd worden, maar het kan ook escaleren. Belangrijk is dat u de hond de baas blijft want door zijn intelligentie heeft de Corgi het vermogen zelf oplossingen te bedenken. Een gevolg kan zijn dat u niet meer als roedelleider wordt gezien. De Cardi wordt nog steeds gebruikt op veebedrijven om de koeien voor het melken op te halen.
Gezondheid *1
De Welsh Corgi Cardigan is een relatief gezond ras. De gemiddelde leeftijd is 12-13 jaar, maar honden van 15-16 jaar zijn geen uitzondering. Er komen erfelijke ziektes voor en de verenigingen controleren hierop. Voordat er gefokt mag worden moeten de fokdieren zijn onderzocht op: Heup Dysplasie (HD) ; Degeneratieve Myelopathie (DM) ( het gaat hier om de DNA test) en erfelijke oogafwijkingen d.m.v. een ECVO test en een DNA test naar het gen dat PRA veroorzaakt. DM is een aantasting van het ruggenmerg, de ziekteverschijnselen zijn verzwakking en uiteindelijk verlamming van de achterhand. De symptomen openbaren zich bij dit ras meestal op hoge leeftijd. Er bestaat sinds een aantal jaren een DNA test waarmee dragers opgespoord kunnen worden. Bij het fokken wordt hier rekening mee gehouden, door enkel te fokken met combinaties waarbij op grond van de onderzochte erfelijke eigenschappen de ziekte niet voor kan komen. PRA is een oogafwijking die bij de Cardigan regelmatig voorkwam en op reeds jonge leeftijd blindheid veroorzaakte. Met een DNA test kunnen nu de dragers van dit gen opgespoord worden. Door hiermee bij het fokken rekening te houden is deze ziekte bij dit ras uitgebannen. Verder is de Cardigan door zijn laagbenige bouw gevoelig voor het Radius Curvus syndroom. Dit wordt veroorzaakt door een lengteverschil in de groei van de ellepijp en het spaakbeen. Dit kan met groeipijn gepaard gaan en veroorzaakt uiteindelijk te sterk uitgedraaide voorvoeten. De honden kunnen in de groeiperiode kreupel lopen in de voorhand en hier moet op gelet worden. Rust is dan de remedie en vaak herstelt zich dit dan. Veel dierenartsen adviseren een operatie om dit te corrigeren als het zich voordoet. Wees hier echter terughoudend in en raadpleeg een specialist dierenarts, die het ras goed kent. Er mag niet gefokt worden met twee blue merles.
Overig / Aandachtspunten
Er bestaan twee Welsh Corgi rassen, de Cardigan uit Cardiganshire en de Pembroke uit Pembrokeshire. Er is veel gelijkenis maar er zijn ook duidelijke verschillen. De Cardigan is in het algemeen iets groter en forser en kent naast dezelfde – ook andere kleuren (brindle en blue merle) die vrij veel voorkomen. Het hoofd oogt iets minder vosachtig en is duidelijk zwaarder. Het voert te ver om dit hier uitgebreid te bespreken. Op de websites van de verenigingen is hierover voor geïnteresseerden meer informatie te vinden.
De Welsh Corgi Cardigan is van oorsprong een werkhond en bij het fokken en op keuringen moet er op gelet worden dat ook de moderne Cardigan zo gebouwd behoort te zijn dat hij moeiteloos zijn werk kan doen. Er moet op gelet worden dat het niet een te zware en te lage hond gaat worden.
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Raad van Beheer (RvB)
- Graaf van Bylandt
- De Welsh Corgi door Helga van Voorthuysen
- he Welsh Corgi door Charles Lister-Kaye
- Hondenwereld
- Rasverenigingen NWCC, WCCN en DWCA,
- Diverse kenners van het ras
- cardicommentary.de
- www.cardiped.net
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.