Grote Zwitserse Sennenhond
Oorspronkelijk doel
Tot ± midden 19e eeuw werden diverse taken toevertrouwd. Bewaakte koeien, schapen en zelfs geiten. Was in staat precies die koe op te sporen waarvan hem alleen maar de naam was genoemd. Verder moest hij de orde in de stal handhaven. Elders werd hij als trekhond ingezet, een kar beladen met melkbussen trekken, kon met gemak meer dan 300 kg vracht trekken. Qua snelheid niet onder voor het paard. Op het platteland als bewaker van de boerderij aangesteld. Zijn kracht en gezag werden benut bij het begeleiden en bij elkaar houden van het vee dat van de wei naar de markt werd gebracht.
Beknopte geschiedenis
In 1908, in Langenthal, werden twee kortharige Berner Sennenhonden gepresenteerd, Prof. Albert Heim. Hij erkende dat ze vertegenwoordigers waren van de oude, verdwijnende, grote berghond of slagershond, wiens voorouders in het verleden wijdverspreid waren geweest over Europa, gefokt als waak, trekhond en voor het opdrijven van runderen. In 1909 werden ze door de SKG erkend als een apart ras dat werd geregistreerd in deel 12 van het Zwitserse Stamboek. Tegenwoordig worden deze honden ook gefokt in andere Europese landen, ze worden vooral gewaardeerd als gezinshonden vanwege hun kalme, betrouwbare temperament.
Vroeger | Nu |
---|---|
1905 Zwitserse Rasvereniging | RvB |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-058) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
De reuen kunnen vanwege combinatie grootte en bijbehorend gewicht imposant zijn. Is robuust, stevig gebouwd en behoort goed ontwikkelde spieren te hebben. De stokhaar vacht bestaat uit drie kleuren: zwart, aangevuld met wit en roodachtig bruin. Een goede verdeling van de kleuren is gewenst. Ondanks zijn gewicht en grootte is hij beweeglijk en beschikt hij over een groot uithoudingsvermogen. | Opmerkzaam, waakzaam en onbevreesd in alledaagse situaties; goedmoedig en aanhankelijk in de omgang met vertrouwde personen, zelfverzekerd tegenover vreemden; gemiddeld temperament. |
Huidig uiterlijk
Het is nog steeds een grootte hond, vooral de reuen en met weinig verschil in maat met vroeger.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Is zeker, opmerkzaam, waakzaam en onbevreesd in alledaagse situaties; goedmoedig en aanhankelijk in de omgang met vertrouwde personen, vaak iets afstandelijk tegenover vreemden. | Een aangeboren waak- en werkvermogen en contact met de baas is nodig om bovengenoemde karaktereigenschappen tot ontwikkeling te laten komen. |
Huidig gedrag
Is een zelfstandige hond, gericht op zijn omgeving maar geen will to please hond. Werken behoort nog steeds tot een van zijn geliefde activiteiten. Aan de fiets, voor de step, rustig hardlopen, lange wandelingen (al dan niet met rugzak) zijn gewild.
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert hierop, er komt o.a. voor: Er wordt gecontroleerd op HD. Ellebogendysplasie, ECVO oogonderzoek OCD onderzoek.
Overig / Aandachtspunten
Gedurende de opvoeding zijn duidelijkheid, geduld, rust en regelmaat een voorwaarde. Het aanleren van gewenst gedrag kost tijd. Gedurende de groei dient aandacht besteed te worden aan gepaste beweging; niet te lang wandelen, geen trappenlopen, weinig bochten, voldoende en juiste voeding en niet te vergeten veel rust.
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Raad van Beheer (RvB)
- Graaf van Bylandt
- Rasvereniging
- Diverse kenners van het ras
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.