Engelse Setter
Oorspronkelijk doel
De Engelse Setter werd gebruikt werd als voorstaande jachthond voor de jacht op vederwild, veldhoenders. Naast het voorstaan is typerend voor de Engelse Setter het voorliggen op het wild, waarbij hij al kruipend (aantrekkend) diep door de ellebogen en schouders gaat. Het jachtgebied is het kenmerkende Engelse, glooiende en weidse landschap.
Beknopte geschiedenis
De 19e eeuw is van groot belang geweest voor de Engelse Setter. De grondleggers voor het ras zijn de heren Laverack en Llewelling geweest, die al hun geld een aandacht hebben besteed aan het fokken van dit ras en jagen met dit ras. De basis voor het ras zijn de Setters Ponto en Old Moll geweest. De eerste kleurvariëteit was de blue belton (overwegend wit met blauwe schimmelvlekken), later kwamen ook de kleuren orange belton (wit met oranje vlekken) en lemon belton (wit met gele vlekken) voor en enkele tricolors (zwart-wit-tan).
Vroeger | Nu |
---|---|
1900 1950 1990 | |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-002) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
De Engelse Setter is een elegante hond in uiterlijk en is sierlijk in de beweging, van gemiddelde hoogte en met een strakke belijning. De Engelse Setter staat in hoofd en lichaam tussen de Gordon en de Ierse Setter in. Minder zwaar dan de Gordon en minder gebouwd op snelheid dan de Ierse Setter. Hij staat wat lager op de benen en ziet er daardoor wat kleiner en massiever uit. De Engelse Setter heeft een lange vacht en is overwegend wit met een typische schimmel-patroon aan kleine vlekken (belton patroon) in de kleuren blauw, oranje, geel en driekleur (wit-zwart-tan). | Van de 3 Setter rassen vertoont de Engelse Setter de fraaiste stijl bij het veldwerk. Met katachtig, lange galopsprongen zoekt hij het veld af naar veldhoenders. Bij enig wildlucht staat of ligt hij voor. De Engelse Setter kan bij het kruipen naar het wild toe en het voorliggen diep door zijn ellebogen en schouders gaan, wat kenmerkend is voor de Engelse Setter. |
Huidig uiterlijk
De Engelse Setter toont niet veel verschil met de Engelse Setter van 200 jaar geleden. De Engelse Setter voor het werk is vaak wat kleiner. Aandachtpunt is dat ze niet te klein mogen worden, het blijft immers een gemiddelde hond in hoogte. De Amerikaanse invloeden op de Engelse Setter voor de show kunnen een verkeerd silhouet meegeven, De Engelse Setter gaat daarbij steeds meer lijken op de Ierse Setter met een droger en meer op snelheid gebouwd lichaam en een aflopende rugbelijning.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
De Engelse Setter intens vriendelijk met een aangename zachte aard. Hij is actief en heeft een goede neus voor wild. | De Engelse Setter is sierlijk, actieve jachthond met een goede aanleg voor de jacht, mede door zijn goede neus. |
Huidig gedrag
Het huidige gedrag is door de jaren heen gelijk gebleven.
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond aandoeningen voor, de rasverenigingen controleren hierop, er komt o.a. voor:
Heupdysplasie –dit is vanwege de HD onderzoeken onder controle
Doofheid – bij pups dient door de fokker verplicht de BAER test te worden afgenomen.
Missen van meer dan 4 gebitselementen is fokuitsluitend, een volledig gebit is conform de FCI standaard wel gewenst.
Overig / Aandachtspunten
—
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Rasvereniging
- Diverse literatuur over de Engelse Setter
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.