Bouvier des Ardennes
Oorspronkelijk doel
Waakhond en veedrijver.
Beknopte geschiedenis
Het is altijd de koeienhond in de Belgische Ardennen geweest en geselecteerd op zijn capaciteiten. Hij dankt zijn naam aan de praktijk van het bewaken en drijven van vee in de regio waar hij actief is, in plaats van door zijn fysieke verschijning.
Het barre klimaat, het harde specifieke werk, het moeilijke terrein en de armoede van de regio heeft er allemaal toe bijgedragen dat dit type vorm heeft gekregen.
Alleen de meest winterharde en meest hardwerkende werden behouden om de kuddes te drijven.
Vanaf de 19e eeuw werden ze gebruikt om herten en wilde zwijnen op te sporen en tijdens de twee wereldoorlogen werden ze stropershonden. Aan het eind van de 19e eeuw zag de hond van de veedrijver eruit als een herdershond met een harde vacht, maar sterker, groter en meer bijtend. In 1903, ontdekte professor Reul op de show in Luik Tom, het eerste voorbeeld van het ideale type veedrijverhond. Het verdwijnen van veel boerderijen in de Ardennen plus de reductie van melkvee verminderde het aantal werkende honden aanzienlijk.
Rond 1990 begonnen enkele fokkers honden te fokken die beter overeenkwamen met het type dat werd nagestreefd in de standaard en ze begonnen deze foklijnen vanuit Ardennen. Verbazingwekkend genoeg waren in het noorden van de het land enkele veedrijvers en herders, verbaasd over de prestaties van deze honden bij het drijven van de kuddes, in stilte, maar voorzichtig en deskundig.
De fokkerij werd met een uit 1930 geïntroduceerde foklijn voortgezet. Het was pas in 1996 dat het bestaan van deze raslijn bekend werd in de officiële kynologie.
Vroeger | Nu |
---|---|
Geen oude afbeelding beschikbaar | Foto: Alice van Kempen |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-171) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Middelgrote, vierkant gebouwde boerderijhond zonder enige aanspraak op elegantie. Hij is kort en stevig, en zwaarder bonen dan zijn vorm doet vermoeden, hij heeft een machtig hoofd. De kenmerken kort, compact en gespierd passen het beste bij zijn beschrijving. Zijn grove en verwarde vacht (behalve op de schedel, waar het korter is en plat ligt) en zijn snor en baard geven een norse indruk. De Ardense drijfhond zou in zijn natuurlijke stand zonder fysiek contact met zijn handler gepresenteerd worden. | — |
Huidig uiterlijk
—
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
De Ardense herdershond is vol uithoudings-vermogen en energie, hij is speels, nieuwsgierig, lenig en sociaal; zijn meest opmerkelijke kwaliteit is zijn aanpassingsvermogen, dit leidt ertoe dat hij zich in alle omstandigheden prettig voelt. Hij is volhardend en toont ongelooflijke moed, als het gaat om het verdedigen van zijn gezinsleden, zijn eigenaar en territorium. | — |
Huidig gedrag
—
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de Bouvier des Ardennes is een zeldzaam ras en er zijn geen ziekten bekend. Er is geen rasvereniging in Nederland. Omdat er geen monitoring plaatsvind van ziekten en gebreken, dient het aanbeveling om de fokdieren te controleren op HD, ED en ECVO oogonderzoek.
Overig / Aandachtspunten
—
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Graaf van Bylandt
- Hondenwereld
- Rasvereniging
- Diverse kenners van het ras
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.