Estonian Hound
Oorspronkelijk doel
Een zweethond voor de jacht op hazen, vossen en Lynx.
Beknopte geschiedenis
Zoals met vele Scandinavische zweethonden kunnen we ook de oorsprong van de Estlandse Brak terugvoeren op de rassen uit Oost- en West-Europese en Britse zweethondenrassen.
Een belangrijke maatregel in de ontwikkeling van het ras was het voorschrijven van een lagere schofthoogte, dit om het vee te beschermen tegen grote honden die het wild mogelijk te snel op speuren.
Duizenden jachthonden werden bij elkaar gebracht, gekeurd en geregistreerd en vervolgens tijdens de officiële goedkeuring van de standaard in 1954 als “Estlandse Hound”.
Vroeger | Nu |
---|---|
Geen oude foto beschikbaar | FCI-Rasstandaard |
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-366) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Een goed geproportioneerde middelgrote hond, krachtige droge lichaamsbouw. Sterke botten, benen en goed ontwikkelde bespiering. De witte aftekeningen zijn duidelijk zichtbaar en dragen eraan bij dat de hond bij zijn werk in het veld beter te zien is. Verschillen in het respectieve geslachtstype zijn goed ontwikkeld. | Jachthond pur sang, goed gebouwd en in staat om de hele dag te jagen met een uitstekend ontwikkelde neus. Zelfs zijn vachtkleur is functioneel omdat hij daarmee goed zichtbaar is in het veld. |
Huidig uiterlijk
Vrijwel onveranderd met de eerste exemplaren die model stonden voor dit ras.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Evenwichtig, wendbaar en vriendelijk. Een zeer goed ontwikkeld reuk- en speurvermogen evenals de sterke passie voor de jacht garanderen goede resultaten bij het vinden van de buit en het volgen in moeilijk terrein. De resonerende stem vereenvoudigt het lokaliseren van de hond op grote afstand. | Estlandse hound heeft een zacht temperament en rustig karakter het is wel zaak hem goed te socialiseren. Ze kunnen een beetje afstandelijk zijn tegenover vreemden, De hond is eigenwijs en blaffen en huilen regelmatig, dit kan met training in de hand gehouden worden. De hond heeft heel veel beweging nodig. Hij kan goed overweg met andere honden, omdat ze zijn gefokt om in packs te jagen. Hij kan ook goed met andere dieren, hoewel konijnen te dicht bij zijn natuurlijke prooi zitten, dus voorzichtigheid geboden. |
Huidig gedrag
Nauwelijks veranderd t.o.v. de rasstandaard.
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, er is geen rasvereniging van dit ras, waardoor er geen monitoring plaatsvind van ziekten
Overig / Aandachtspunten
—
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Graaf van Bylandt
- Diverse kenners van het ras
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.