Eurasier

Oorspronkelijk doel

Gezelschapshond, maar ook waakhond.

Beknopte geschiedenis

In de jaren 1960 werd het ras ontwikkeld door een kruising tussen een Chow Chow en een Grijze Keeshond. Zo’n tien jaar later, na streng geselecteerd fokken en onvermoeibaar werken van Julius Wipfel en de groep fokkers, waaronder Mevr. Baldamus, beantwoordden de meeste dieren al behoorlijk aan het gestelde doel. Om deze relatief kleine fokbasis te verbreden werd nog een nieuwe bloedlijn opgezet. Aanvankelijk kreeg het de naam « Wolf-Chow » om na een kruising met een Samojeed te veranderen in « Eurasier » (Eurazië) en erkend door de F.C.I.

Vroeger	Nu
Chow Chow ————- Grote Keeshond Samojeed	Foto: Hannie Warendorf

Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-291)	Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk
Harmonisch, goed gebouwde middelgrote hond van het spitstype met staande oren in verschillende kleuren. Vachtlengte dusdanig dat de lichaamsverhoudingen zichtbaar blijven. Met middelmatig bot.	Een echte sociale familiehond die tot het eind van zijn leven een lieve duivel blijft. Waaks maar niet luidruchtig.

Huidig uiterlijk

Het uiterlijk is zoals beschreven in de ras standaard, Het is ras is vrij jong en grote variatie in uiterlijk zijn er niet, ondanks dat we soms toch nog een hond zien die het uiterlijk van de Grijze Keeshond of Samojeed laten zien.
Het is een middelgrote hond met het uiterlijk van een spits, Het hoofd wigvormig en kleine staande spitse oren. Heeft een sterk lichaam zonder overdrijvingen. De vacht is middellang.

Gedrag volgens rasstandaard

Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag

Zelfverzekerd, kalm, gelijkmatig van temperament met hoge weerstand tegen elke provocatie. Waaks en alert zonder luidruchtig te zijn. Zeer sterk ontwikkelde trouw aan zijn familie. Gereserveerd ten opzichte van vreemde zonder agressief te zijn. Geen jachtinstinct. Voor de volledige ontwikkeling van deze eigenschappen heeft de Eurasiër constant nauw contact met zijn familie nodig en begrip, maar ook een consequente training.

Eurasiers zijn kalme, evenwichtige en vriendelijke honden. Ze zijn intelligent en redelijk gehoorzaam, maar ze kunnen van tijd tot tijd ook zo hun eigen ideeën op na houden. Ze zijn waakzaam en laten hun stem beslist horen als er onraad is. Toch blaffen deze honden doorgaans weinig. Ze zijn zeer trouw aan hun eigen mensen en maken deel uit van de dagelijkse gang van zaken binnen het gezin. Als kennelhond zijn ze niet geschikt.

Huidig gedrag

Dit ras heeft een consequente opvoeding nodig en een duidelijke baas. Honden van dit ras gaan goed om met soortgenoten en met kinderen kunnen ze het uitstekend vinden. Ten opzichte van mensen die ze niet kennen, stellen ze zich wat gereserveerd maar niet onvriendelijk op. Een goede socialisatie met huisdieren zoals katten is noodzakelijk. Wordt hier aan voldaan dan zult u weinig problemen op dit vlak ondervinden.

Gezondheid *1

Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert op: HD, ECVO oogonderzoek en Patella Luxatie. Verplichte controle van de ouderdieren op schildklier aandoeningen.

Overig / Aandachtspunten

Voldoende beweging en uitdagingen in bv het spel.

Bron

• Fédération Cynologique Internationale (FCI)
• Graaf van Bylandt
• Rasvereniging
• Diverse kenners van het ras