Grote Poedel
Oorspronkelijk doel
Oorspronkelijk werden de poedels gebruikt als jachthond om watervogels (vooral eenden) op te stoten uit het riet. En daarna vanuit een boot het geschoten wild uit het water te halen. Ook waren ze erg goed in het opsporen van truffels onder de grond. Dit zoeken werd ook door zwijnen gedaan maar in tegenstelling tot zwijnen aten de poedels de truffels niet op. Ze werden ook ingezet als smokkelhond door smokkelwaar onder hun lange vacht te verstoppen en wie kent de poedel niet uit het circus waar ze vaak met een hele groep een act hadden.
Beknopte geschiedenis
Etymologisch stamt het Franse woord “caniche” (Poedel) af van “cane”, het Franse woord voor een vrouwelijke eend. In andere landen wordt het woord voor Poedel vaak geassocieerd met rondspetteren in water (poedelen). Hij stamt af van de Barbet waarvan veel kenmerken behouden zijn gebleven. Naderhand werden de Barbet en de Poedel geleidelijk gescheiden. Fokkers werkten hard om rastypische en egaal gekleurde honden te krijgen. De Poedel werd erg populair als gezelschapshond om zijn vriendelijke, vrolijke en loyale karakter.
| Vroeger | Nu | |
 Graaf van Bylandt 1904 |  Koordpoedel |  Foto: Hannie Warendorf |
 Poedel kroesharig 1904 |  poedel kroesharig Graaf van Bylandt |  Foto: Alice van Kempen |
| Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-172) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
|---|---|
| Een gemiddeld gebouwde hond met een karakteristieke vacht, die gekruld of gekoord is. De Poedel is zeer intelligent , alert en actief. Harmonisch gebouwd en geeft een elegante en trotse indruk. Het hoofd is adellijk en niet te zwaar of extreem fijn. Is altijd eenkleurig in de kleur: zwart, wit, bruin, grijs, abrikoos of rood. | De Poedel apporteerde eenden en lag daardoor veel in het water daardoor werd de vacht doordrenkt en heel zwaar. Om te hond te helpen werden delen van de vacht kort geknipt om het zwemmen te vergemakkelijken. Het haar op sommige delen van het lichaam bleef staan om hart en longen te beschermen en de gewrichten tegen het scherpe riet. |
Huidig uiterlijk
De Poedel komt voor in vier variëteiten:
- Grote Poedel; schofthoogte van 45 tot 60 cm (met een tolerantie van 2 cm).
- Middenslag Poedel; schofthoogte van 35 tot 45 cm.
- Dwergpoedel; schofthoogte van 28 tot 35 cm;
- Toypoedel; schofthoogte van 24 tot 28 cm (meestal omstreeks 25 cm).
| Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
|---|---|
| De Poedel is bekend om zijn vriendelijke, vrolijke en loyale karakter, zijn trouw, schranderheid en intelligentie en het vermogen om te leren. | Een goed gehoorzame hond die alert en goed trainbaar is. En door z’n vrolijke karakter ook na het “werk” goed gezelschap is. |
Huidig gedrag
Een Poedel is een levensgenieter; hij/zij zal met veel plezier z’n baas vergezellen met allerlei verschillende bezigheden of dat nu wandelen, hardlopen of flyballen is. De meeste Poedels kunnen goed met kinderen en andere honden overweg.
Gezondheid *1
Zoals bij ieder levend wezen komen er bij de hond ziektes voor, de vereniging controleert hier streng op, er komt o.a. voor: HD, PL en verschillende oogziekten. Ook komen toevallen soms voor. De Nederlandse Poedelclub adviseert en heeft strenge gezondheidseisen voor het fokken.
Overig / Aandachtspunten
De vacht van een Poedel is heel bijzonder en groeit altijd door, de hond verhaart niet maar moet wel regelmatig geschoren/ geknipt en gewassen worden (± 4 keer per jaar).
Dit bijzondere haar zal ook regelmatig geborsteld en gekamd moeten worden. Ook het gebit heeft zorg en onderhoud nodig.
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- Graaf van Bylandt
- Hondenwereld
- Rasvereniging
- Diverse kenners van het ras
*1 Deze opsomming is niet volledig. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar www.licg.nl waar alle voorkomende ziekten en erfelijke afwijkingen zijn opgenomen en kort beschreven. Het LICG is een onafhankelijke organisatie over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.
