Middenslagschnauzer
Oorspronkelijk doel
Werd gebruikt als stalhond, uitstekende rattenvanger.
Beknopte geschiedenis
De Middenslagschnauzer werd in het zuiden van Duitsland oorspronkelijk gebruikt als stalhond wegens zijn affiniteit met paarden. In de volksmond werd hij “Rattler” genoemd, omdat hij uitstekend in staat was ratten te vangen en deze in een handomdraai wist de doden. In het jaar 1895 werd hij geregistreerd als ruwharige Pinscher.
Vroeger | Nu |
---|---|
Uiterlijk volgens rasstandaard (FCI-182) | Oorspronkelijk doel in relatie tot het uiterlijk |
---|---|
Middelgroot, krachtig, eerder gedrongen dan slank, ruwharig. | Stalhond, rattenvanger, ongedierteverdelger, kuddebewaker, huis- en tuinbewaker, begeleider van rijtuigen, veedrijver, maar ook kindervriend. Samengevat: een algemeen nuttige rol op elk gebied van het landleven, in opdracht of uit eigen initiatief. |
Huidig uiterlijk
In vergelijking met de beschrijving in de rasstandaard tegenwoordig vooral een meer luxe hond dan werkhond, mede door vaak overdreven, niet functionele (onvoldoende hard en te lange) vachten, de vaak wat steilere fronten en de sterke hoeking van de hak (sikkelhak) met als gevolg kort gangwerk.
Gedrag volgens rasstandaard | Oorspronkelijk doel in relatie met gedrag |
---|---|
Zijn typische karaktertrekken zijn een levendig temperament, dat gepaard gaat met een bedachtzame kalmte. Karakteristiek is zijn goedaardig karakter, zijn speelsheid en de spreekwoordelijke aanhankelijkheid aan zijn baas. Hij is zeer lief voor kinderen, onomkoopbaar waakzaam, zonder een keffer te zijn. Sterk ontwikkelde zintuigen, schranderheid, africhtingsgeschikt, onverschrokkenheid, uithoudingsvermogen, alsmede weerstandsvermogen tegen slecht weer en ziekten, geven de Schnauzer alle vereisten om een uitstekende gezins-, waak- en begeleidingshond te zijn, die ook gebruikshond eigenschappen bezit. | Door zijn onverschrokkenheid zeer geschikt als waakhond. Vanuit zijn slimheid en dapperheid bestrijder van verschillende soorten ongedierte. |
Huidig gedrag
Zoals beschreven in de rasstandaard, maar dan veelal in mindere mate. Nog steeds een fijne kindervriend, trouw aan zijn baas en wakend over zijn eigen terrein. Vrolijk, trouw, vastberaden, soms zelfs koppig en zeker niet onderdanig, maar zeer zeker wel betrouwbaar.
Gezondheid
Over het algemeen een gezond ras. Zelden komt epilepsie en cryptorchidie voor. Soms cataract, PRA en hypothyreoïdie.
Overig / Aandachtspunten
Vierkante bouw, constructie achterhand, vachtstructuur en -kleur. Uitvoeren van gezondheidsonderzoeken, ook met behulp van DNA.
Bron
- Fédération Cynologique Internationale (FCI)
- De Riesenhorst
- PSK-VDH
- J. van Dijk
- foto’s Alice van Kempen